De voorzittershamer van de Voedselbank Gouda e.o. is per 1 januari j.l. overgedragen aan Gerard Gerding. Tot aan zijn pensioen was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van Gemiva, een organisatie binnen de gehandicaptenzorg met 200 locaties en 3.200 medewerkers. Nu werkt hij samen met 60 vrijwilligers en 9 bestuursleden binnen een vrijwilligersorganisatie: een totaal andere omgeving met een volstrekt andere doelstelling. Dat is dus even wennen. Maar hoe heeft hij zijn wittebroodsweken ervaren?

Gerard: “Wat me heel erg treft is de betrokkenheid, het enthousiasme en de onderlinge verbondenheid van de vrijwilligers; mensen die vaak al vele jaren bij de voedselbank werkzaam zijn. Menig werkgever zou willen dat hij werknemers heeft die ook zo geïnvolveerd zijn.”
Maar ook het goede maatschappelijk doel, hongerbestrijding, heeft hem gemotiveerd deze functie te aanvaarden: “Wij leven in één van de rijkste landen ter wereld. Op Denemarken na hebben wij het hoogste gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking. Niettemin zijn er nog steeds grote groepen burgers die, om wat voor reden dan ook, van die welvaart maar heel betrekkelijk kunnen profiteren en grote moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Helaas zijn er van overheidswege geen of weinig maatregelen die daarin voorzien. Dan is het toch heel mooi dat er een voedselbank is. Al zou je natuurlijk willen dat die volstrekt overbodig zou zijn. Helaas is dat nog niet zo en daarom is het goed dat wij deze mensen kunnen helpen in hun levensonderhoud zolang dat nodig is.
Mijn bestuurlijke ervaring zet ik graag in voor deze organisatie. Na zoveel jaren betaald werk te hebben mogen doen, doe ik op deze wijze graag wat terug voor de samenleving.”

De beuk gaat er niet in
Plannen om grote koerswijzingen door te voeren heeft Gerard vooralsnog niet: “Ik vind dat je heel erg moet uitkijken om van het begin af aan je stempel op een organisatie te drukken. Als bestuurder kun je in je eentje niet veel bereiken, maar wel heel veel kapot maken. Daarom wil ik in mijn eerste periode vooral veel zicht krijgen op hoe het weefsel van de voedselbank in elkaar zit en welke vraagstukken, opgaven en uitdagingen voor de toekomst er spelen. Niet alle problemen hoeven vandaag of morgen te worden opgelost. Als onderdeel van het team wil ik naar de juiste aanpak zoeken. Besturen is meer dan vergaderen, dus ik wil ook met regelmaat in de loods aan de Noordpool meehelpen om te kijken en te horen wat er leeft en speelt en wat de verwachtingen over mij zijn. Ondanks mijn twee linkerhanden vindt men het altijd fijn elkaar op die manier te leren kennen en ik krijg meer inzicht in de achtergrond van de organisatie. Zo houd ik voeling met de werkelijkheid, zoals die door andere betrokkenen bij de voedselbank beleefd wordt. En ik zeg er altijd direct bij dat ik geen oplossingsmachine ben; we moeten het samen doen.”

Bemensing wordt aandachtspunt
“Zorgen voor de toekomst maak ik me niet in hoge mate, maar iedereen zal begrijpen dat een organisatie die op veel gepensioneerde vrijwilligers draait, een opgave heeft als het om de ‘bemensing’ gaat. Een acuut probleem lijkt mij dit overigens niet, maar we moeten daar wel de vinger aan de pols houden. Dat geldt overigens ook voor het opbouwen en onderhouden van een netwerk van personen en organisaties, die ervoor zorgen dat er altijd voldoende toevoer blijft van producten voor onze cliënten.”

Vrijwilligerswerk is Gerard niet vreemd
Gerard: “Mijn eerste ervaring in het vrijwilligerswerk heb ik al de zeventiger en tachtiger jaren opgedaan in het gereformeerd jeugdwerk en in de Wereldwinkel van Alblasserwaard-Centrum, die gerund werd door mensen van de kerk. Ik was er destijds secretaris. We stonden alle woensdagen en zaterdagen met een kraam op de markt. Daarin verkochten we kunstnijverheidsproducten, koffie en thee uit diverse ontwikkelingslanden. Mijn interesse voor het vrijwilligerswerk is daar geboren. Later ben ik bedrijfskunde gaan studeren en elf jaar onderzoeker en docent geweest op de Erasmus Universiteit. Vervolgens ben ik als bestuurder de zorgsector ingegaan, eerst nog bij een fusiepartner van Gemiva en daarna bij Gemiva zelf. Met mijn nieuwe vrijwilligerswerk voor de Goudse Voedselbank is na al die jaren de cirkel dus weer rond.”